Papa…
Via een goede vriend-en-daar-de-vrouw-weer-van word ik uitgenodigd om eens een familieopstelling bij te wonen. Huh … een wat? Inderdaad, dat is ook mijn allereerste reactie. En wie van mijn familie moet ik dan allemaal meenemen? Niemand dus, aldus haar advies. Gewoon komen, kijken, meemaken en voelen wat er gebeurt. En ja, dan gaan bij mij alle signalen op rood. Vooral bij dat meemaken en voelen. Dat doe ik namelijk het liefst bij goede films, een prachtig boek, een fijn gesprek, zo’n vette docu of: gewoon in De Efteling. Maar goed … wat gegoogel en vooral het enthousiasme van mijn maat trekken me toch over de streep.
De dag breekt aan. En we (een groepje van totaal vreemde mensen) schudden elkaars hand. Drinken een kop. En wachten ’n beetje ongemakkelijk af hoe, wat en waarom we gaan ‘familieopstellen’. De setting: een gigantische ruimte met in het midden een groots kleed, daaromheen stoelen in een kring. Schoenen uit voor het gronden en voelen. Een rustgevend muziekje ter ontspanning. En verder: gewoon toelaten, loslaten, voelen en meemaken (ja, ja, ja). De eerste familieopstelling is in aantocht …
Een meisje uit de groep wordt uitgenodigd voor de aftrap. Er wordt even overlegd achter de schermen en vervolgens worden wij als deelnemers gevraagd een rol voor haar te spelen. ‘Wil jij staan voor mijn vader?’, vraagt ze aan mij. Vervolgens worden ook andere deelnemers gevraagd om ‘te staan’ voor haar zus, moeder, haar broer en haarzelf. Voor we het weten worden we op een bewust gekozen positie op het grootse kleed geplaatst. De familieopstelling, zeg maar.
Daar staan we dan. Onwennig, maar meteen wel iets ‘voelend’. Dingen zoals: ‘waarom staat zij nu zo ver van me vandaan? Of: wat vervelend dat hij met zijn rug naar me toe staat. Die vrouw naast me voelt niet (of juist wel) goed’. En oh ja: de begeleidster van de opstelling (de vrouw van mijn altijd-even-originele maat) stelt vervolgens best kwetsbare vragen aan de deelnemers. Dat gebeurt heel rustig, veilig en vertrouwd. Antwoorden doe je dus vanuit je gevoel. ‘Hoe voel je jezelf nu? Wat vind je van de plek waar je staat? Wat vind je vervelend (of juist fijn) aan deze plek? Zou je ergens anders willen staan? En waarom?’ En dan … dan begint de magie.
Binnen no-time vallen voor het meisje (dat ons opstelt, maar zelf niet deelneemt) dingen op zijn plek. Sterker: door de reacties van ons als deelnemers verkrijgt ze inzicht in haar (familiaal) conflict, probleem of vraag of haar persoonlijke situatie. Niet meteen, maar wel degelijk openbarend, helder en duidelijk. Ze hoort haar vader, ze ziet haar broer, haar zus en waarom ze daar nu staan. Ze voelt de blikken, bewegingen, twijfels of juist: frustraties. En onze eigen gevoelens (van de deelnemers, zeg maar) verduidelijken dingen nog meer. De emoties schieten over en weer. Er is een traan, een lach en soms is er zelfs even helemaal niets. Niets moet, alles mag. Maar door de opstelling en onderlinge energie in de opstelling wordt iedereen (soms diep) geraakt. Op wat voor manier dan ook. Voor het meisje worden dingen vatbaar, begrijpelijk en vooral: inzichtelijk. Fascinerend.
Voor alle duidelijkheid: vooraf wordt er niets verteld waar de familieopstelling over gaat. Dat blijkt ook helemaal niet belangrijk te zijn. Alles gebeurt in volledig vertrouwen en in (het liefst volle) overgave. De posities, de gevoelens, de emoties en bewegingen geven vanzelf richting aan het verhaal van de ‘opsteller’. Soms maf en onbegrijpelijk. Soms fantastisch en echt magisch.
Na elke opstelling volgt even een pauze (en er is een heerlijke lunch!). Er zijn opeenvolgende opstellingen. De één indrukwekkender dan de ander. Maar meerdere keren sta ik met open ogen, oren en mond te kijken naar wat zich voor mijn neus afspeelt. Hoe dan? In één van de laatste opstellingen speelt de ‘opsteller’ gewoon zichzelf. Hij vecht met zijn onzekerheid en onvermogen om te kunnen ‘voelen’. Personen worden opgesteld als ‘jouw woede, jouw schaamte, jouw angst en jouw durf’. Het leidt tot een prachtig, bijna kunstzinnig schouwspel. Met als finishing touch … het ervaren van de steun van je voorvaderen. Die spelen namelijk altijd een rol in jouw eigen leven … blijkt.
Alle mannen uit de groep gaan in een rij op het kleed zitten (gewoon doen!). Als een treintje, benen gespreid, lichamen dicht tegen elkaar. De jongen neemt voorop plaats en vervolgens leunen we achterover tegen elkaar, rug tegen buik etc. We moeten ontspannen en gewoon in totale overgave achterover leunen tegen het lichaam achter je. De jongen ontspant. Vervolgens dimt het licht in de zaal. Het is muisstil. En dan zingt Stef Bos keihard ‘Papa’ … Hij breekt.
Ik voel het. Ik maak het mee. Diep en eerlijk. En ik ben tot tranen geroerd.